Het pad van de Godin gaat verder, na de ervaring als Moeder, Heilige Maagd. Kunnen we het verhaal van de maagdelijke geboorte ook anders interpreteren? Waarbij het niet zozeer gaat over de uitschakeling van mannelijke activiteit of van seksuele activiteit, maar om de uitschakeling of beperking van menselijke activiteit. De maagdelijke geboorte is dan eerder een teken van Gods vrijheid en genade. Het wijst op een wedergeboorte, een nieuw begin dat God met de mensheid maakt. De maagdelijke geboorte, geïnterpreteerd als seksuele maagdelijkheid leidde eeuwenlang naar haar donker, naar Maria als Heilige Maagd, naar de menswording van de Grote Moeder. Niet langer geïnterpreteerd als maagdelijkheid maar als overgave aan het Leven, is de maagdelijke geboorte nu juist een poort naar haar goddelijke licht, naar haar verbinding met het totale leven.
>
Toen ik twee jaar geleden met een vriendin ging wandelen kwam het woord ‘genade’ ter sprake. Ik had weinig met dat woord terwijl mijn naam Anna of Anja of in het hebreeuws Hanna ‘begenadigd’ betekent, vol van genade. Genade, klonk me altijd erg religieus in de oren. Volgens deze vriendin was het een soort goddelijke gunst. En ook nu ik bij een christelijk gezin over de vloer kom, valt het woord soms. Ik begrijp van hen dat ‘genade’ iets bijzonders is, iets wat andere religies dan het christendom niet hebben. Het is de genade van God die vrij maakt.
>
Een paar maanden geleden las ik het boek, ‘Maria, icoon van genade’. Het is geschreven door Arnold Huijgen, een protestants theoloog. Van huis uit zijn die huiverig om Maria een aparte positie te geven, laat staan aan mariadevotie te doen. Ze zijn bang dat de mensen haar gaan aanbidden ten koste van God of Christus, om wie het eigenlijk gaat. Daarom ook in het voorwoord de opmerking dat het niet om Maria op zichzelf gaat: ‘in haar wordt Gods genade zichtbaar en krijgt Gods ontferming gestalte.’ Het boek is gelabeld als het beste theologische boek van 2021 en kun je lezen als een pleidooi voor herwaardering van Maria.
>
In dit boek komt Maria naar voren als de dienares van de Heere, degene die ‘ja’ zegt tegen God: ‘Zie, de dienares van de Heere, laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord’ (Lukas 1:38). Zij laat het woord van God aan haar geschieden en laat God God zijn. Zo is zij de voorbeeldige gelovige, een waar icoon van genade. In mijn eigen woorden, ze toont ons het pad van de Godin, van de Grote Moeder. Het pad van acceptatie, overgave, vertrouwen, niet-weten en liefde zijn. Tegenwoordig zullen steeds meer mensen hier herkenning in vinden. Uw wil geschiedde, wat betekent dat je als mens, als ‘ik’, niet langer de regie voert over je leven. Het is een vorm van afstand doen die niet voortkomt uit zwakte of moedeloosheid, maar uit krachtig vertrouwen, zoals je je volledig overgeeft aan iemand die je vertrouwt en liefhebt. Het is meer niets doen dan iets doen, en juist dat maakt het soms zo moeilijk.
>
Maria is volgens het boek het ‘voornaamste exempel’ van de genade van God. Die genade is zo groot dat zelfs zij in beeld kwam. Aan Maria’s lage status als jonge vrouw uit Nazareth is af te lezen hoe genadig God is, volgens het boek. Maria is een gewoon joods meisje die het allemaal maar ontvangt. We vergeten dan dat Maria de christelijk gemaakte versie van de Grote Moeder is en dat ze ons als ontvanger van genade perfect het vrouwelijk principe van ontvankelijkheid toont. De zich alsmaar ontvouwende roos. Ontvankelijk zijn is dienstbaar zijn aan het leven en open staan voor wat het leven van je vraagt, open staan voor niet doen en aanwezig zijn. Zonder oordeel. En dat gaat samen met heel veel niet-weten. Maria wist niet hoe ze zwanger zou worden en hoe haar kind ter wereld zou komen. Maria claimt geen ruimte om die in te nemen maar geeft juist ruimte en vertrouwt dat zich vanzelf ontvouwt wat er van haar gevraagd wordt. Ze ‘laat door’. Haar ‘ja’ kun je lezen als een openstaan voor al het leven, zowel het goede als het slechte, zowel het hoogste als het laagste. Zoals ze zelf heeft ervaren. Daarom mogen wij tot haar komen, als inspiratiebron, want haar kracht van genade, overgave, ontvankelijkheid en onvoorwaardelijke liefde zijn we allemaal.