Joris Vincken

Joris Vincken, auteur, inspirator

1 Tot nu toe ben je de enige mannelijke Herstory schrijver. In hoeverre heeft je man-zijn invloed op je verhaal?

“Met een groep mannen zitten we rond het vuur. We herinneren elkaar aan de kracht van man zijn, en vooral aan diepe kracht, werkelijke kracht, van kwetsbaar zijn. Man-zijn kleurt mijn leven, net zoals de plaats waar ik geboren ben, de vrienden in mijn leven, de cultuur waar ik opgroei. Dus heeft man-zijn ook invloed op alles wat ik schrijf. Mijn verbinding met het leven, aarde, het vuur van de zon is anders dan dat van een vrouw. Het is ongelooflijk inspirerend als een man of vrouw zijn/haar oerkracht opnieuw ontdekt. Dan gaat de relatie tussen man en vrouw over de werkelijke verbinding tussen twee uitdrukkingen van dezelfde eenheid. De herkenning wat ik in dit deel van mijn reis niet ben, en de herkenning wat ik wel ben.”

2 Jij bent musicus, hebt veel succes gehad en toch raakte je depressief. Heeft de depressie iets in jou wakker gemaakt?

“Na een lange depressie stopte ik op een dag met vluchten van alles wat ik voelde. Ik ging zitten, elke dag opnieuw, met niets dan mezelf. De vraag: ‘hoe kom ik van mijn depressie af?’ veranderde steeds meer in ‘-wie- is depressief?’. Hoe meer ik daar naar zocht, hoe minder ik een antwoord kon vinden. Waar eindig ik, waar begint ‘mijn’ depressie? Wie is depressief?

Ik bleek die vraag onmogelijk te kunnen beantwoorden. Depressie is nooit verdwenen, wel mijn gehechtheid aan de persoon die depressief was. Door mezelf niet meer zo serieus te nemen, is er ruimte voor het leven in al zijn vormen en expressies. Dus er zal altijd depressie zijn, net zoals geluk, twijfel, verdriet en diepe rijkdom.”

3 Je hebt zelf een boek geschreven dat heet ‘Mijn hart heeft geen haast’. Wat bedoel je daarmee?

“Wat een heerlijke vraag: ‘wat bedoel je daarmee’. Het is een wonderlijke menselijke kwaliteit dat we alles een bedoeling, een betekenis willen geven. Ik wil ‘de oplossing’ vinden, ‘de juiste beslissing’, ‘het antwoord’, ‘de partner’. Intussen danst het leven als een prachtige vlinder om ons heen en met ons. Mijn hart heeft geen haast en soms lijkt het of mijn hoofd dat wel heeft. Mijn denken wil van A naar B, is daar ongelooflijk bekwaam in. En nog steeds is alles, is het leven. Niets verplicht mij, of jou, elke gedachte serieus te nemen. Zoals mijn voeten niet bepalen welke richting ik reis, laten we regelmatig ons hoofd dat wel doen. Denken is heerlijk, net zoals het kneden van klei heerlijk is. Alleen hechten we meer waarde aan gedachten dan de beweging van onze handen. Dan wordt het leven ineens heel serieus.

Wat als een boek geschreven wordt omdat het geschreven wordt, zonder verdere reden? Wat als we leven, zonder verdere betekenis? Niet omdat het leven zonder waarde is, maar juist omdat het leven zo waardevol is, dat we er geen menselijk bedachte betekenis aan hoeven geven.

Ik adem, mijn hart klopt, net zoals dat van jou. Het is een niet te bevatten wonder, of ik er nu iets mee bedoel of niet.”