Ik lees de Bijbel maar blijk op dit moment toch vooral geïnteresseerd te zijn in Maria, de christelijke versie van de Grote Moeder. In een paar blogs neem ik je graag mee in hoe ik beide zie, de moeder en de Moeder en waarom hun verhaal mij zo raakt en misschien jou ook wel….

Wie is die vrouw die staat voor Leven en Liefde en beide aan zich zag onttrekken. Wiens lichaam en seksualiteit eeuwenlang werd veroordeeld en onderdrukt. Die geen Moedergodin meer mocht zijn maar wel moeder van en heilige maagd. Wiens aanwezigheid in onze harten en zielen gedrukt staat. En daar waar we ons overgeven aan Haar, aan het Leven, belichamen we haar vrouwelijke kracht, vrouwen en mannen, in vereniging met het mannelijke. Wie is Maria, de Grote Moeder in jou? Mogen we ons weer gedragen voelen door Haar, door Leven of is de heilige maagd, haar donker, actief? Mogen we net als Zij genade ontvangen – het licht in onszelf?

We gaan ver terug om haar voor het eerst tegen te komen. Een tijd die we nu de Oudheid of Prehistorie noemen. Vrouwen leefden in stabiele woongemeenschappen en hielden zich vooral bezig met het verzamelen van voedsel en het verzorgen van de kinderen. De mannen leefden samen in jagersgroepen, hun belangrijkste taak was het jagen. Het was geen patriarchale samenleving en ook geen matriarchale samenleving. De cyclus van geboren worden, sterven en wedergeboren worden stond centraal en dood was niets anders als de overgang naar een nieuw leven. Het vrouwelijk principe, de vrouwelijke kant van de menselijke natuur, stond centraal, zowel in de geschiedenis van de mensheid als in de geschiedenis van elk mens. Er werd veel belang gehecht aan de bijzondere kracht van vrouwen gebaseerd op vruchtbaarheid en geboorte. Voor de eerste mensen waren vrouwen een mysterie met hun onverklaarbare ‘lichaamskalender’, hun maanritme, en het vermogen om nieuw leven te schenken. Alle macht van de natuur en over de natuur lag bij hen; de geboorte van nieuw leven uit de schoot van de vrouw was verwant aan de geboorte van nieuwe oogsten uit de aardeschoot.

‘ Jullie vroege voorouders zagen in dat jullie mensen en jullie natuurlijke omgeving onlosmakelijk verbonden onderdelen zijn van het grote mysterie van leven en dood en dat de hele natuur daarom met respect moet worden behandeld. Als symbool begon men mij toen af te beelden als het grootste wezen van allen – niets minder dan een godin. Ik werd bekend als Inanna in oud Sumerië, Ishtar in Babylon, Anat in Kanaän, Isis in Egypte, Rhea/ Cybele in Griekenland en ga zo maar door naar Gaea, Artemis, Diana, Venus…’

Vanouds is het vrouwenlichaam iets mysterieus en belichaamt het iets groters dan alleen haar lichaam. Getuige de vele beeldjes van vrouwfiguren uit de prehistorie, venuskunst, met hun nadruk op volle buiken, zware borsten, dikke billen en sporen van rode oker, symbool voor lichaamsbloed, maar vaak geen herkenbaar gezicht, mogen we aannemen dat het vrouwenlichaam een grote symboolwaarde heeft gekregen, in de oudheid. Deze vruchtbaarheidsbeeldjes zijn afbeeldingen van oermoeders, van het goddelijk vrouwelijke, die gebruikt werden in rituelen rond geboorte, leven, dood en wedergeboorte (de levenscyclus). Het is niet verwonderlijk dat wanneer de levenscyclus in beeldtaal wordt uitgedrukt vrouwen meer in beeld komen aangezien vrouwen het leven dragen, baren, om het vervolgens ook nog te voeden. Symbolisch gezien is de vrouw het Leven.

Vaak houden de vruchtbaarheidsbeeldjes hun armen onder hun borsten of op de buik. Bij de oudste beeldjes uit de Oude en Nieuwe Steentijd zijn de heupen vaak breed, en de grote buik met de vrouwelijke organen die leven geven, benadrukt de sacrale functie van de beeldjes. De Godin- gecentreerde kunst met haar opvallende afwezigheid van beelden van mannelijke dominantie of oorlog, lijkt een sociale orde te weerspiegelen waarin vrouwen een centrale rol speelden, eerst als stamhoofden en later in andere belangrijke functies. En, constateerden onderzoekers als Marija Gimbutas en Riane Eisler, als het centrale religieuze beeld een barende vrouw was en niet, zoals in latere tijden, een stervende man aan een kruis, dan lijkt het redelijk om daaruit op te maken dat leven en de liefde voor het leven, veel meer dan de dood en de angst daarvoor, toonaangevend waren in zowel de maatschappij als de kunst.

wordt vervolgd 🙂